(Joy in de cantina van (IM)POSSIBLE BODIES 2020)
Leestijd: 10 minuten
Scout Joy deelt zijn ervaringen en bevindingen over het cultureel veld in Brabant. Skypen, Facetimen, ach we deden het allemaal wel eens. De eerste keren vond ik het wat ongemakkelijk, vooral omdat ik mezelf zag, en dus ook zag hoe die ander mij zag. Daar hoefde ik aan de telefoon nooit bij na te denken. Maar na een tijdje vond ik het wel prettig om die ander ook te kunnen zien. Soms kende ik die ander alleen van het Skypen, en had ik die persoon in het echt nog nooit gezien. Omdat ik in Brabant was en die ander in New York of Dubai. Sinds maart is Skypen het ‘nieuwe normaal’ geworden. En daar is Zoom bijgekomen, en Teams, Jitsi, WebEx, Hangouts, Slack enzovoort. En we hebben het nu niet meer over een videocall maar over een videoconference of een videomeeting, want het gaat niet meer 1 op 1, maar met een hele groep. Ook dat was in het begin best wel even wennen, en oefenen. Wachten op je beurt, of je microfoon een tijdje uitzetten, en niet vergeten je later weer te ‘unmuten’.
Verwelkom de virtuele wereld
Beetje bij beetje, of eigenlijk met rasse schreden verruilden we de echte wereld voor een virtuele. Want concerten en toneelvoorstellingen mochten niet meer, festivals werden afgelast en musea gingen dicht. We zaten thuis en er werd ons geadviseerd ook zoveel mogelijk binnen te blijven. De een genoot van zijn tuin, de ander ging boeken lezen, de meesten consumeerden Netflix en Videoland. En toen begon het stiekem. Iets wat al jarenlang gebeurde in (bijvoorbeeld) de urban scene kreeg navolging in andere culturele sectoren. Theaterfestival Cement stond halverwege maart klaar voor de start, maar werd afgefloten. Museum Helmond had zijn meest prestigieuze tentoonstelling net geopend, maar moest na een zeer korte periode alweer dicht.
Theater werkt toch niet op Facebook?
Wat als we die jonge theatermakers nu eens vragen om dagelijks een videopost van hun voorstelling te maken? Dan streamen we die ’s avonds toch? Zou er dan iemand kijken? Theater dat is een levende podiumkunst, zoiets werkt toch niet op Facebook? En wie gaat er nou kijken naar een filmpje van een schilderij van Lucas Gassel? Daar wil je toch met je neus bovenop staan, je wil de verf als het ware ruiken.
”Je wil de verf als het ware ruiken.”
Jaren terug was ik bij een urban battles-avond van Emoves in het Eindhovense Parktheater. Het was druk in de grote zaal, in het pluche zaten wel 600 trainingspakken. Toen ik initiator Angelo Martinus daarmee feliciteerde, moest hij lachen. Hij pakte zijn gsm en zei: “en online kijken er nog 460 duizend mee, via Facebook en YouTube”. Hij noemde de continenten, de landen, de tijdzones, via de Facebookprofielen wist hij alles van zijn virtuele publiek. Voor mij ging er die avond een wereld open, een wereld waar ik nog geen besef van had. Van het ene op het andere moment doorgrondde ik die vloggers en instagrammers, een domein dat ik eerder links liet liggen. Not my cup of tea, immers. Zo dacht ik.
Een revolutie
Ik heb 9 avonden naar Cement in Isolement gekeken. Ik volgde wekenlang de Decamerone-vertellingen die ITA (dat was eertijds Toneelgroep Amsterdam) in samenwerking met de VPRO in het voorjaar dagelijks uitzond. Ik heb enkele STRP-avonden gevolgd en was verbaasd over mezelf dat ik niet effetjes een kwartiertje mee keek, maar dat ik van acht tot tien, twee uur lang de aandacht ervoor had. Ik bezocht musea via speciale webportals, niet alleen in Brabant maar ook MoMA en Guggenheim. Ik struinde het net af op zoek naar speciale streams van concerten. Ik betaalde er af en toe zelfs voor. En via Zoom kon ik in april toch deelnemen aan een interactieve conferentie in het kader van het afgelaste Golden Mask theaterfestival in Moskou dat ik zou bezoeken. Het digitale designmagazine Dezeen organiseerde vanaf de dag dat de Salone del Mobile in Milaan had moeten beginnen, het Virtual Design Festival. Virtueel design, kan dat dan? Design dat gaat toch over de vorm, de materialen, design dat moet je toch kunnen voelen? Maar het kon wel degelijk virtueel. Sterker nog: daar waar de Salone na een weekje weer opgeruimd wordt, heeft het Virtual Design Festival tot 10 juli geduurd, ruim 14 weken in totaal, dagelijks, de klok rond. En je kunt alles nog steeds terugkijken. Ontzettend gaaf, al besefte ik toen nog niet dat het inmiddels allemaal nog veel beter kan. By the way: steeds vaker dronk ik een virtueel biertje met vrienden in Spanje, Italie en Zwitserland.
”Nee, hier is een revolutie gaande. En zoals je weet van revoluties: daarna wordt het nooit meer hetzelfde.”
Was ik al snel uitgekeken op Facebookstreams met 1 camerapositie, met een weinig spannende opbouw of een saaie presentatie, in korte tijd ontdekte ik dat er in die virtuele wereld van alles mogelijk is. Veel meer, maar vooral ook veel beter dan ik ooit had durven vermoeden. Mateloos boeiend, niet omdat het een manier is om je tijd door te komen (dan had ik net zo goed kunnen Netflixen). Nee, hier is een revolutie gaande. En zoals je weet van revoluties: daarna wordt het nooit meer hetzelfde.
Razendsnelle veranderingen, ook in kwaliteit
Je merkt het ook aan de media die er verslag van doen, en die uiteindelijk zelf ook zijn gaan meedoen. De Volkskrant wijdde een week na de lockdown in maart al een lang artikel aan Cement in Isolement; over het virtuele initiatief maar ook over de kwaliteit van de theaterfilmpresentaties (de ene was beduidend beter dan de ander). Plots bevond een ‘traditioneel’ theaterfestival zich in de innovatieve voorhoede.
Je merkt het ook aan de kwaliteit van een ‘intellectueel’ festival als STRP, keynotes, meet-ups, discussies, het kan allemaal net zo goed, en misschien zelfs nog wel beter in die virtuele wereld. Want die virtuele wereld kent geen grenzen. Toen ik de eerste keer keek, keken er 160 mensen, maar die keken wel vanuit Parijs, Barcelona, Mexico, Japan. Het bereik was toen misschien nog niet overdreven groot, maar het was wel wereldwijd.
Het festival Playgrounds scoorde met zijn digitale uitzendingen (veel) hoger qua kijkcijfers dan bij de ‘normale’ edities met publiek. Festivaldirecteur Leon van Rooij: “We hebben rond de 78.000 unieke kijkers bereikt met onze online events dit jaar. Normaal hebben we zo’n 5000 bezoekers.” Ook hier kijkt de hele wereld weer mee, en wellicht overbodig te zeggen, dat juist een festival als Playgrounds zich bij uitstek leent voor een online-versie. De animatiefilms, daar gaat het om, en die zie je via je laptop of huisbeamer prima, en je hoort/ziet de visual creative uitleg geven bij zijn producties. En uiteraard zorgen de gespecialiseerde techneuten van Playgrounds wel voor een perfecte en zinderende weergave.
Economia, een festival ‘over economie zonder de economen’, was dit jaar geheel online. Maar wat een geweldige keynote speeches. Met als hoogtepunt een keynote performance van Igor Vamos, de helft van de roemruchte activisten Yes Men. ‘The Confusionist Movement Wants You!’ is een theatrale monoloog, waarbij de disruptieve confusionistische partij de wereldorde op zijn kop zet. De baard van Igor verandert ongemerkt in een Hitlersnorretje terwijl de parallellen met Trump, Poetin, Bolsonaro en Erdogan (just to name a few) steeds nadrukkelijker worden. Iets voor de eindejaarslijstjes! The revolution will not be televised, zong Gil Scott-Heron in 1971. Die revolutie zou live zijn, voorspelde de rapper. Nu, bijna 40 jaar later, gaat de revolutie digitaal en virtueel, maar met alle hi-tech-innovaties die vandaag de dag mogelijk zijn, zal die revolutie straks zo echt lijken dat ze niet meer van echt te onderscheiden is.
”Dan nemen wij vanaf nu de rest van de wereld bij de hand.”
Koppositie voor Brabant
En wij in Brabant kunnen de koppositie pakken. Wij zijn immers de ‘smartest region in the world’, we hebben Brainport als hofleverancier, en als ASML een week zijn productie staakt valt heel Silicon Valley droog. Als wij die internationale top-kennis- en innovatieregio zijn, dan nemen wij vanaf nu de rest van de wereld bij de hand.
Brabant heeft Dutch Rose Media, pionier op het gebied van augmented reality design, location based gaming, 3D scanning, smart manuals en interactive mirrors. Het Eindhovense bedrijf 4DR Studios heeft de eerste mobiele 3D-filmstudio gepresenteerd en werkt op dit gebied samen met Smart Popvenue De Effenaar. Daar heeft multimedia-artieste Chagall ook onderdak gevonden en dompelt ze zich steeds dieper in een virtueel universum. En het bedrijf Lumo Labs lanceerde onlangs ‘s werelds eerste Active Sports Arena. Met een harnas aan, beenstukken om je onderbenen en voeten en een VR-bril op, waan je jezelf in een hyperrealistisch omniversum. Staand in een cabine waarvan muren wegzakken, speel je de game Exodus Burned. En voetbalclub PSV werd partner, want zo zegt de directeur: “Esports hebben de toekomst en dan zijn wij er als eerste bij.”
Best of both worlds
De afgelopen weken ging Nederland weer in een gedeeltelijke lockdown. De Dutch Design Week werd afgeblazen. Maar er lag een noodscenario klaar om online te gaan. Van Brabant C had de DDW in de zomer een bijdrage ontvangen om de virtuele mogelijkheden te verkennen, ook qua storytelling. En dat heeft tot indrukwekkende resultaten geleid. Dankzij ruim 1500 (inter)nationale ontwerpers ontpopte DDW zich als het online middelpunt van de creatieve industrie. Met 750 3D Viewing Rooms, virtuele tours, matchmaking sessies, DDW TV, livestreams van partners en ontwerpers, aandacht op nationale tv en radio, en vele website bezoekers en DDW TV-kijkers van over heel de wereld. Directeur Martijn Paulen (die nota bene zelf 2 dagen voor aanvang van de DDW in thuisquarantaine moest gaan): “Het was een bijzonder jaar waarin we meer geleerd hebben dan ooit. En inderdaad gaan we heel veel lessen meenemen naar de komende edities. Als je het beste van beide werelden zou kunnen combineren, dan gaan we daar nog een hoop lol aan beleven.”
”Beide werelden combineren, daar draait het om.”
Beide werelden combineren, daar draait het om. Zo ontdekte ik al tijdens de eerste ochtend van de DDW. Ik mocht een kijkje nemen bij de mede door Brabant C gefinancierde expositie True Matter van Dutch Invertuals. Omdat het een van de weinige plekken was waar je fysiek terecht kon, liep ik zonder digitale voorbereiding de studio aan de Fuutlaan binnen. Ik zag een reeks van uiteenlopende objecten uitgestald, prachtig om die kakelbonte mix te zien, maar ik kon nergens ontdekken wie wat gemaakt heeft, wat het verhaal erachter is. “Nee, we hebben er geen bordjes bijgezet zoals we normaal wel doen”, legde curator Wendy Plomp uit. “Die informatie vind je alleen digitaal op dutchinvertualsacademy.nl”. Die website is schitterend vormgegeven, zowel qua beeld en geluid als ook qua informatie. In de bijbehorende documentaire kun je het Academy-proces volgen. Oei, dat was een wijze les: in de toekomst zijn de fysieke en de virtuele werelden onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Monsters & cyborgs
Tijdens de DDW vond ook een ander project van Brabant C plaats: Manifestations. Dit jaar dus een online-expositie van de wondere wereld, waar tech, art en fun elkaar bevruchten. Met als thema en/of titel: Monsters. In een virtuele Second Life-omgeving begeef je je als avatar en kun je anderen ontmoeten terwijl je met elkaar communiceert over de 50 presentaties van kunstwerken die je (nog steeds) kunt bezoeken. Daarbij was het mogelijk om een virtuele tour te boeken, waarbij curator Viola van Alphen mij rondleidde. Het werd een magische, deels kosmische, af en toe hilarische maar steevast verrassende trip. Welk monster ik zou willen zijn?
En tenslotte kunnen we niet om – nog een Brabant C-project – heen: (IM)POSSIBLE BODIES. Een digitale ontdekkingsreis in de wereld van de cyborgs. Deze ‘opvolger’ van het eerdere project Robot Love onderzoekt de versmeltingen tussen mens en machine. Protheses, implantaten, smart devices, ze maken ons allemaal cyborgs. Het festival zou afgelopen week in Den Bosch plaatsvinden, maar de corona-omstandigheden noopten tot een online-versie. Was dat erg? Nou eigenlijk was er onwaarschijnlijk veel te beleven. Het virus dwingt ons genoegen te nemen met digital socializen en dat kan buitengewoon goed in talrijke ‘second life’-omgevingen. De Cantina was er zo eentje, daar kon je als avatar aan de bar plaatsnemen, je alvast moed indrinken om daarna door een virtueel doolhof van 30 kunstwerken te dwalen. Je ontdekt wat cyborgs zijn, je komt er achter dat we eigenlijk al cyborgs zijn. Waarna je alleen nog maar de vraag hoeft te beantwoorden: wat voor soort cyborg zou ik willen zijn? Een hyperdimensionale experience, die je als een ‘spiegeltje-aan-de-wand’ de vraag stelt: wat betekent deze nieuwe realiteit voor ons mens-zijn.
Aan Brabant C de schone taak en ambitieuze uitdaging de juiste partners aan elkaar te verbinden om het maximale inhoudelijk en ook financieel mogelijk te maken. We voelden het tijdens de Dutch Design Week, we werden heerlijk gedold bij Manifestations en we verdwaalden in onze eigen realiteit en identiteit dankzij (IM)POSSIBLE BODIES. En met behulp van 4DR Studios en Lumo Labs haal je Cement helemaal uit zijn Isolement, maak je van de Decamerones intriges waar het bloed en het sperma vanaf druipt, loop je daadwerkelijk door de landschappen van Lucas Gassel en weten we misschien zelfs wel Daft Punk te verleiden om de meest geavanceerde 3D-show ooit in het Philipsstadion te doen.
Enne… daar hoef je live geeneens bij te zijn.