IT TAKES TWO TO TANGO

Het menselijk lichaam: daar begint en eindigt de kunstpraktijk van Annemijn Rijk. De choreograaf is gefascineerd door de verhalen die in onze lichamen schuilgaan. In haar meerjarig project Body of Art onderzoekt ze hoe mensen vandaag de dag hun lichamen ervaren.

Maar liefst tien jaar heeft Annemijn Rijk uitgetrokken om haar project Body of Art te maken. De Bredase choreograaf raakte enkele jaren geleden in de ban van het gelijknamige boek Body of Art (Phaidon, 2015), dat ze zag liggen in een museumwinkel. Dit boek verzamelde kunst waarbij het lichaam centraal staat en deelde die werken in op basis van tien thema’s. “Dat vond ik zo’n goed idee,” vertelt ze. “Op dat moment in mijn loopbaan zocht ik naar houvast. Ik struikelde van project naar project en zocht naar een manier om te maken wat ik wilde. Ik realiseerde me dat ik die tien thema’s zelf kon gaan onderzoeken: wat betekenen ze in deze tijd? En wat betekenen ze voor mij? Aan de hand daarvan wilde ik werk maken: één thema en dus één werk per jaar. Dus ja, hier ben ik de komende tijd nog wel zoet mee.”

Beeld door Willeke Machiels 

Vallen, opstaan en overleven
Dat Rijk als choreograaf is afgestudeerd, betekent niet dat alle producties van haar Body of Art dansvoorstellingen zullen zijn. De thema’s worden steeds vanuit het lichaam benaderd, maar de vorm ligt open. Voor het eerste hoofdstuk experimenteerde ze met een cross-over tussen dans en film: Re:Born werd een dansfilm rond het thema van ’the abject body’ (het verworpen lichaam). “Met dit project, gemaakt in samenwerking met regisseur Fleur Bax, wilde ik het overlevingsinstinct vangen in het lichaam. Ik vroeg me af hoe mensen hun kracht terugvinden in hun lichaam nadat het iets zwaars heeft meegemaakt. Ik interviewde vrouwen die zich hun lichaam weer eigen moesten maken na een auto-ongeluk, misbruik of een miskraam. In die tijd zag ik ook een video van de geboorte van een giraffe: die komt letterlijk met een klap de wereld in en leert, met vallen en opstaan, op eigen benen te staan. Deze twee verhaallijnen, van de vrouwen en de giraffe, vormden de basis voor een choreografie.”

De kijker sturen
Dat ze ervoor koos deze choreografie in de vorm van een film te brengen, en niet als dansvoorstelling op een podium, heeft wat Rijk betreft te maken met het communicatief potentieel van dat medium. “Naarmate ik langer werkte als choreograaf, kreeg ik steeds meer met bepaalde spieren onder de huid, met het zweet en de ademhaling. Dus met de pure expressie van het lijf, en niet zozeer met danstechnieken of de esthetiek. De klassieke vorm van een dansvoorstelling op het toneel was niet toereikend; het publiek zit simpelweg te ver weg om het lichaam goed te kunnen zien. Met een film kun je erop inzoomen: je stuurt kijkers in wat ze zien.” Re:Born is al 92 keer vertoond in zestien verschillende landen, en de film won prijzen op filmfestivals in de Verenigde Staten, Noorwegen en Libanon.

Oude pijnen
Voor het tweede deel van Body of Art richtte Rijk zich op het thema ’the absent body’ (het afwezige lichaam). Hoe we omgaan met trauma’s en oude pijnen die nog lang in het lichaam kunnen doorleven, vormde de basis voor een theatervoorstelling met dans en tekst. “Een mannelijke danser voert op het toneel een choreografie uit. Hij laat zich leiden door de stem van een vrouw die we horen maar niet zien,” vertelt Rijk. “Zij spreekt zijn lichaam aan, waardoor hij steeds door verhalen moet bewegen die in zijn lichaam opgeslagen en verscholen liggen. Het publiek speelt ook een actieve rol. Bezoekers zitten op het podium in een cirkel rondom de danser. Ze sluiten hem in, omarmen hem als het ware.”
Rijk maakte zowel de choreografie als de tekst voor deze voorstelling. “De tekst was erg persoonlijk, daar zat echt geen laagje vernis overheen. Het was doodeng om het te tonen. Ook voor mij was het een proces waar ik doorheen moest.”

Male gaze
Voor het derde en meest recente project zoomde Rijk met een dansinstallatie in op de male gaze, het patriarchaat en het kapitalisme. “Woman’s work is gebaseerd op mijn eigen ervaringen als danser. Ook ik kreeg te maken met de mannelijke blik. Hoezo is dit nog steeds de gangbare manier van kijken, vroeg ik me af. En welke andere manieren van kijken zijn er?” Geïnspireerd op het thema ‘beauty’ laat Rijk zes vrouwelijke dansers en performers op grote hoogte over een smalle, stalen balk lopen. De balk is als een onmogelijke catwalk waar vrouwen concessies moeten doen in hun manier van bewegen om er niet vanaf te vallen: een metafoor voor de nijpende structuren in onze maatschappij. Dit verhaal wordt verteld in zes films die, geïnstalleerd en verspreid door de ruimte, een beeldend kunstwerk vormen.

Maken met behoud van identiteit
Ook in de overige zeven hoofdstukken van Body of Art hoopt Rijk deze multidisciplinaire werkwijze toe te passen. “Ik zie mezelf als een nomade die door en tussen verschillende disciplines beweegt. Ik neem mee wat ik kan leren en laat steeds iets van mezelf achter als choreograaf. Daar word ik een rijkere maker van, één die zich hopelijk goed kan aanpassen aan nieuwe omgevingen zonder haar identiteit kwijt te raken.”
Niet alleen op creatief vlak hanteert Rijk een brede blik, ook wanneer het aankomt op de zakelijke kant zoekt ze steeds naar nieuwe mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen. “Toen ik Body of Art bedacht, zocht ik naar manieren om werk te maken dat ik zelf graag wilde maken. Niet meer in opdracht werken en me moeten aanpassen aan projectsubsidies om te kunnen overleven, maar mezelf de ruimte geven om iets substantieels te maken.”

Verankerd nomadisme
Van Fonds Podiumkunsten ontving ze een subsidie onder de nieuwe makersregeling. “Dankzij deze rijkssubsidie heb ik de kans om me gedurende twee jaar verder te ontwikkelen, dat is geweldig. Daarbij worden mijn zakelijk leider Laura de Vos en ik gecoacht door de artistieke en zakelijke leiders van onze partners, Theater De Nieuwe Vorst in Tilburg en het Chassé Theater in Breda. En ik mag er mijn werk tonen, repeteren in de zalen, try-outs doen. Het is een erg intensieve, waardevolle samenwerking.”
Rijk is maar wat blij met de ondersteuning: “Als jonge maker krijg je bijna nooit de kans om langer aan één project te werken. Dit geeft een stukje verdieping.” In het nieuwe jaar gaat ze ook samenwerken met het Stedelijk Museum in Breda, een nieuwe partner waardoor het project hopelijk nog grotere vleugels krijgt die ze kan uitslaan naar de rest van het land en Europa. “Ik zie een werkvorm voor me die ik graag ‘verankerd nomadisme’ noem. Idealiter zou ik rondtoeren met voorstellingen en voor langere tijd op een plek blijven, waar ik dan workshops of uitleg over mijn werk kan geven. Zo wordt het contact met het publiek duurzamer.”

Eigen voorwaarden
Ook al heeft Rijk niets te klagen over de partijen die met haar willen samenwerken, het blijft voor haar moeilijk dat andere mensen bepalen of je de volgende stap in je carrière kunt zetten. “Dat is de andere kant van de medaille. Juist daarom ben ik erg ondernemend. Ik zoek mijn eigen zakelijke partners en subsidies en ik weet: ik ga dit sowieso doen. Dat is anders dan alleen maar werk maken voor of in opdracht van partijen die zeggen: met dit geldbedrag mag jij nu dit voor ons doen. Ik schep liever mijn eigen voorwaarden en zoek mensen die daarbij passen.”
Tot nu toe heeft ze weinig concessies hoeven doen in haar werk. Het helpt, denkt ze, dat ze erg duidelijk weet wat ze wil en daaraan vasthoudt. “Zo word je geen speelbal van de plek waar je iets komt brengen.” En, voegt ze als tip toe aan andere makers: “Wees zuinig op jezelf. Als het aankomt op geven en nemen: wij makers geven de hele tijd. Maar geef ook aan jezelf. Zo houd je het leuk voor jezelf.”


Dit artikel verscheen in Fanzine #6 lees het hele magazine via: https://www.brabantc.nl/wp-content/uploads/2022/12/Fanzine6-Brabant-C.pdf
Tekst door Grete Simkuté
http://www.gretesimkute.com